Wat zijn cytostatica?
Cytostatica zijn een essentiele klasse van geneesmiddelen voor de behandeling van kanker en staan al jarenlang als zodanig bekend. Veel ziekenhuizen, apotheken, artsenpraktijken en poliklinische faciliteiten maken gebruik van cytostatica. Behandelingen met cytostatica zullen in de toekomst vaker plaatvinden en ook binnen de diergeneeskunde zal met gewend raken aan dit type geneesmiddel.
Risico’s voor mens en milieu
Cytostatica zijn zeer krachtige geneesmiddelen en vormen dus een potentieel gevaar voor het personeel dat de behandeling toepast. Veel cytostatica hebben mutagene of carcinogene effecten, beïnvloeden de vruchtbaarheid negatief of schaden foetussen. Contact met de huid of de slijmvliezen kan een irriterend, bijtend en sensibiliserend effect hebben. In therapeutische doseringen, beschadigen cytostatica cellen met een hoge celdelingssnelheid, zoals die in het beenmerg, het darmslijmvlies, in haarfollikelcellen, in gonaden en het immuunsysteem van het lichaam. Cytostatica zijn niet biologisch afbreekbaar en vormen dus een risico voor het milieu.
Risicobeoordeling
De werkgever is verplicht om de arbeidsomstandigheden en risico’s te evalueren en dit regelmatig opnieuw te doen, voordat aan het werken met cytostatica begonnen wordt. Indien nodig moeten maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden worden genomen. Regels en richtlijnen voor de daaropvolgende risicobeoordeling kunnen worden gevonden in het technisch reglement TRGS 400 “Risicobeoordeling voor het werken met gevaarlijke stoffen” alsmede TRGS 401 (Risico als gevolg van huidcontact) en TRGS 402 (Risico door inademing). Aanstaande moeders en moeders die borstvoedig geven mogen onder geen enkele omstandigheid worden blootgesteld aan cytostatica; tieners kunnen dit geneesmiddel, indien nodig voor hun opleiding, alleen onder streng toezicht van een specialist toepassen.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
De TRGS 525 stelt verschillende voorschriften voor persoonlijke beschermingsmiddelen (PMB) bij het werken met cytostatica. Deze regeling maakt onderscheid tussen (PMB) voorschriften voor de voorbereiding en de toepassing van cytostatica, voorschriften voor de schoonmaak in de veiligheidskast en voorschriften in het geval van onopzettelijk morsen.
A) Het voorbereiden van cytostatica
Bij de voorbereiding van cytostatica in een veiligheidskast, moet de volgende beschermende uitrusting worden gedragen. Deze uitrusting dient bij beschadiging of verontreiniging, direct verwisseld te worden:
- Beschermende handschoenen (strakke, anti-slip handschoenen gemaakt van nitril zijn geschikt),
- Jurk met een hoge hals, lange mouwen en strakke mouwranden.
B) Het aanbrengen en toedienen van cytostatica
Er wordt onderscheid gemaakt tussen het oraal toedienen (en connectie/disconnectie), waarbij de volgende beschermende uitrusting moet worden gedragen:
- Beschermende handschoenen, En Hypertherme Intraperitoneale Chemotherapie (HIPEC), waarbij de volgende extra beschermende uitrusting moet worden toegepast:
- Veiligheidsbril met bescherming aan de zijkanten
- Beschermende jurk, vloeistof-bestendig, met lange mouwen en strakke mouwranden,
- Beschermend ademhalingsmasker FFP2.
Voor speciale toediening (instillatie, arterieel) dienen de juiste bijhorende beschermingsmiddelen gekozen te worden.
C) Het reinigen
Indien het schoonmaken van de veiligheidskast meer inhoudt dan alleen het afvegen van het werkblad, moeten de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen:
- Beschermende jurk, ondoordringbaar voor vloeistoffen met lange mouwen en strakke mouwranden,
- Veiligheidsbril met bescherming aan de zijkanten
- Beschermende handschoenen,
- Beschermend ademhalingsmasker, die ten minste voldoet aan beschermingsniveau FFP3 en overeenkomt met de “Voorschriften voor het gebruik van ademhalingsbeschermingsmiddelen (BGR 190)” van de Employers’ Liability Insurance Association.
D) In het geval van per ongeluk morsen
Bij de voorbereiding of het toedienen van cytostatica, dient ten minste de volgende apparatuur bij de hand gehouden te worden om verontreiniging die per ongeluk ontstaat te verwijderen:
- Schoenhoezen, beschermende jurk die ondoordringbaar is voor vloeistoffen met lange mouwen en strakke mouwranden, een veiligheidsbril en beschermende handschoenen,
- Beschermend ademhalingsmasker, die ten minste voldoet aan beschermingsniveau FFP3 en overeenkomt met de “Voorschriften voor het gebruik van ademhalingsbeschermingsmiddelen (BGR 190)” van de Employers’ Liability Insurance Association.
- Vloeistof absorberend materiaal (bijv. doekjes) in voldoende hoeveelheid,
- Afvalbak en handschep.
Voorschriften en zaken om rekening mee te houden bij het gebruik van handschoenen
U kunt het best lange wegwerphandschoenen gebruiken met eventueel opgerolde mouwranden, die een veilige afdichting boven de mouwranden garanderen. Strakke, anti-slip handschoenen, gemaakt van bijv. latex of nitril, zijn geschikt. Vanuit een arbo-perspectief, moeten de handschoenen voldoen aan de kwaliteitseisen van de Europese norm DIN EN 374. Het materiaal van de handschoenen moet gekleurd zijn, zodat gebreken, gaten en scheuren snel en veilig kunnen worden opgemerkt. In de praktijk blijkt dat de dubbele handschoen techniek, oftewel het dragen van twee paar handschoenen van verschillende materialen (bijvoorbeeld latex en nitril), zeer effectief is bij het elimineren van het resterende risico. De lengte moet zodanig worden gekozen dat de handschoenen de mouwranden van de beschermende jurk bedekken. Uit onderzoeken voor het bepalen van de permeabiliteit is gebleken dat handschoenen gemaakt van latex, nitrilrubber of neopreen, hoogstwaarschijnlijk dik genoeg zijn voor de omgang met cytostatica. Handschoenen moeten onmiddellijk verwisseld worden; indien deze zodanig beschadigd zijn dat vloeistof in direct contact met de huid kan staan. Ongeacht zichtbare besmetting of beschadiging, moeten de handschoenen tenminste elke 30 minuten verwisseld worden, om het inslikken van niet-zichtbare besmette deeltjes of schade te voorkomen. Om besmetting van de onbeschermde handen te voorkomen, moet de handschoenen altijd binnenstebuiten worden gekeerd bij het uittrekken.